PMagazine Regeneratieve landbouw

longread: REGENERATIEVE LANDBOUW

by | Mar 26, 2021

Auteurs: Kim van Rijt, Tom van de Beek, Stichting Regeneration, Chantal van Genderen en Sander Bosman, Stichting Agro Ecologie Gelderland

Als er het afgelopen jaar iets duidelijk is geworden, dan is het wel dat de wereldwijde voedselvoorziening kwetsbaar is voor ontregelingen. Over de hele wereld zagen we verstoringen in aanbod, waarbij het ene land ernstiger getroffen werd dan het andere. In veel landen was er een opleving in de vraag naar lokale levensmiddelen door kleinere producenten. We gingen meer ‘de boer op’ en ontdekten het belang van productie in onze spreekwoordelijke achtertuin. 

Regeneratieve landbouw is geen nieuw fenomeen. Sterker nog, het is het oudste voedselsysteem dat we als horticultuur kennen van inheemse bevolkingen. Deze liet nauwelijks sporen na, zorgde voor behoud en versterking van ecologische systemen en heeft er eeuwen van onderzoek en ontwikkeling opzitten. Het systeem voedde de wereld nooit gecentraliseerd, maar vanuit talrijke lokale bronnen. 

Aandacht voor regeneratieve landbouw is de laatste jaren toegenomen. Klimaatverandering, ziekte-uitbraken bij landbouwdieren, mestoverschotten, de stikstofcrisis en steeds bewuster wordende consumenten vragen om een veerkrachtiger en gezonder systeem van voedselvoorziening. De wereldwijde COVID-19 pandemie lijkt deze ontwikkeling een extra zetje te geven.

Industrie en landbouw

Het industriële tijdperk bracht een eenzijdig, op productie gericht, technologisch en kapitalistisch wereldbeeld. Uiteindelijk vond dit zijn weg in een mondiale industriële landbouw. Dit leidde tot bedrijfsefficiëntie en het beschouwen van natuur als grondstof. Het bracht minder zwaar fysiek mensenwerk, grotere machines, een industrie van chemische, groeistimulerende middelen en bestrijdingsmiddelen, en werk voor talloze onderzoeksinstituten. Deze industrie had baat bij een efficiënte inrichting van het landschap door ruilverkaveling en het weghalen van onproductieve landschapselementen als heggen en houtwallen. Natuurlijke waterlopen werden verlegd.

Industrie en landbouw lijken tegenwoordig onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar historisch gezien is deze manier van voedselvoorziening erg jong. Tweehonderd jaar industriële landbouw, tienduizend jaar agricultuur. Terwijl de mensheid al minstens twee miljoen jaar of langer eet, afhankelijk van welke mensachtige broeders je meetelt. Dat de huidige landbouwcultuur de enige manier zou zijn om mensen te voeden, is een misvatting. 

Inmiddels zijn onze landbouwgronden monotone productievelden geworden waar steeds minder aan te beleven is. De intensivering wordt mogelijk gemaakt door het gebruik van olie, een eindige energiebron. Opbrengsten staan steeds meer onder druk. Landbouwsubsidies en financieringsinfusen tonen de kwetsbaarheid van het huidige systeem aan. Telkens bewijst de industriële landbouw niet de voorwaarden te kunnen scheppen voor een vol te houden, levengevend en samenhangend systeem. Individuele boeren de schuld geven van misstanden in de landbouw getuigt van een te simplistische kijk op onze voedselvoorziening. Boeren geven al jaren aan dat zij moeite hebben om eerlijke prijzen voor hun producten te ontvangen om hun bedrijf gezond te houden. De industriële werkwijze is aan herziening toe.

Herstellende landbouw AEG

Regeneratief

De kansen voor regeneratieve landbouw liggen voor het oprapen. We moeten alleen ophouden door een industriële bril naar regeneratieve oplossingen te zoeken, want dit zijn tegengestelde systemen. Vaak is een probleem niet op te lossen op het niveau waarop het gecreëerd is. Bij regeneratieve landbouw wordt er met de natuur mee gewerkt. Er wordt rekening gehouden met natuurlijke factoren, en de bodem wordt verzorgd in plaats van uitgeput. Door goede observatie van de lokale omstandigheden en een adequate reactie daarop ontwerpen we een variatie aan ecologische voedselsystemen die tegemoetkomen aan de lokale vraag. Regeneratieve landbouw kan veel vormen aannemen en stoelt vooral op combinaties van functies, zoals dat binnen de permacultuur en de agro-ecologie wordt uitgedragen. Er is niet één model dat landelijk of wereldwijd uitgerold kan worden, alles is locatie- en situatiegebonden.

De kansen voor regeneratieve landbouw liggen voor het oprapen

Grootschaligheid en voedselkilometers worden teruggebracht. Dit is flink schakelen en misschien zelfs einde verhaal voor een deel van de huidige spelers in het uitgeputte systeem. Maar het biedt kansen voor diegenen die zich duurzaam transformeren én voor het stuwmeer aan nieuwe toekomstboeren die zich in de coulissen al langere tijd warmdraaien in pilots, proeftuinen, voedselbossen en Community Supported Agriculture-projecten. 

 

Van degeneratief via duurzaam naar Regeneratief

Dat Rome niet in één dag gebouwd werd, is duidelijk. Een transformatie van degeneratieve industriële landbouw naar regeneratieve landbouw heeft tussenstappen nodig. Ergens in het midden daarvan bevindt zich het inmiddels flink uitgeholde begrip duurzaamheid. De werkelijke tegenhanger van degeneratie is niet het streven naar duurzaamheid, maar naar regeneratie. Omhoog met dat ambitieniveau. En dan in de hele keten.

Inmiddels is er een palet ontstaan van lichtgroene tot donkergroene oplossingen en initiatieven. Lichtgroen zijn de sympathieke instapmodellen zoals aanleg van insectenlinten en kruidenrijk grasland. Een goed begin en belangrijk voor de beeldvorming. Donkergroen staat voor gesloten kringloopbedrijven waarbij voedsel in een herstellend ecologisch systeem geteeld wordt. 

Beleidsmatig ligt het voor de hand dat veel energie naar de lichtgroene variant van natuurinclusieve landbouw gaat. Het grootste deel van de Nederlandse landbouwbedrijven werkt immers gangbaar en zij moeten een lange weg afleggen om te verduurzamen. Door bij hen lichtgroene verbeterpunten te bewerkstelligen, kan de mammoettanker in beweging komen. Het geeft belanghebbenden bovendien de tijd om zich te bezinnen op hun rol in een veranderend speelveld. Het is de vraag of we onszelf die tijd collectief kunnen permitteren.

Het is beter ons niet blind te staren op dergelijke kleine stappen. Donkergroene ontwikkelingen zijn er volop, maar het kost nog veel moeite om door de korst van de status quo heen te breken. De door de EU zo gewenste ontwikkeling van nieuwe (of jonge) boeren en meer vrouwen op het land wordt vooral in de weg gestaan door die status quo waarin grote bedrijven, grote belangen, de exportmarkt als economie-aanjager, beperkende regelgeving en torenhoge grondprijzen de dienst uitmaken. Die jonge boer(in) is er namelijk wel degelijk.

Binnen donkergroene initiatieven denkt men buiten de huidige kaders, ze komen voort uit nieuwe wetenschappelijke inzichten geïntegreerd met beproefde lokale tradities en vernieuwende technieken. Vanuit onze stichtingen beluisteren wij veel plannen voor zulke kleinschalige bedrijven. Soms voor boerengemeenschappen in plaats van die ene boer op zijn trekker. Erfdelers en landbouwpleinen, agrarische zorgvoorzieningen en agrarische wellness- en recreatiecentra, de creativiteit van nieuwe pioniers lijkt onbegrensd. Dit biedt huidige boeren ruimte voor gelijkwaardige partnerschappen en nieuwe experimenten. 

Voor donkergroene natuurinclusieve landbouw zal de hele keten tot en met de eindgebruiker moeten meebewegen. We zullen naar een lokale voedselvoorziening toe moeten, dus korte ketens en in verbinding met het eigen landschap. We zullen ons eetpatroon moeten aanpassen, en dat zal geen verarming maar een verrijking opleveren. Er zijn al culinaire talenten aan het experimenteren met gerechten uit voedselbossen en meerjarige teelt.

foto's---Marin Leus

beweging in de status quo

Financiers en beleidsmakers zijn ook aan het bewegen. Er wordt in ieder geval gesproken over vernieuwing. Barbara Baarsma, directievoorzitter van de Rabobank Amsterdam, schreef in 2020 het boek Nederland Voedselparadijs over kansen voor korte ketens en het belang van kringlooplandbouw. De Rabobank maakt het statement: “We waren destijds een belangrijke partner bij de voedseltransitie na de oorlog. Dat werd een groot succes maar dat betekent ook dat we nu echt een rol hebben en een verantwoordelijkheid moeten pakken om bij te sturen.” Het Louis Bolk Instituut publiceerde in 2019 een analyse met aanbevelingen voor kringlooplandbouw (Erisman & Verhoeven). Minister Schouten zette tijdens haar regeerperiode in op kringlooplandbouw, maar stuitte op veel verzet en heeft daar vooralsnog gehoor aan gegeven. Dirk Duijzer, sinds kort het boegbeeld van de topsector Agri en Food, streeft naar “….klimaatneutrale en circulaire productie van voldoende gezond, veilig en duurzaam voedsel voor iedereen binnen de ecologische grenzen van onze planeet”. Of deze uitspraken oprechte intenties zijn of ‘groenwasserij’, wordt op internetfora nog wel eens bediscussieerd. Hoe dan ook zien we dat belanghebbenden binnen de status-quo zich in ieder geval uitspreken over nodige veranderingen. 

Toch blijkt de praktijk voor vernieuwers nogal eens weerbarstig. Ook al worden hun initiatieven onderschreven, financiële steun van de bank blijft uiteindelijk soms toch uit. De gemeente wil wel grond in erfpacht geven, maar soms zijn de (financiële) voorwaarden zeer strikt en bieden ze geen enkele rek, ook niet wanneer de realiteit van een vernieuwende bedrijfsvoering hierom vraagt. We moeten ons realiseren dat dit voortkomt uit een verschil in mindset.               

We moeten ophouden door een industriële bril naar regeneratieve oplossingen te zoeken

De manier van denken die ten grondslag ligt aan het industriële, economische denken komt voort uit wantrouwen en de illusie van afgescheidenheid. Wanneer je ‘de ander’ ziet als tegenstander, iemand die niet te vertrouwen is, zul je inzetten op controle en competitie. Concreet betekent dit dat alles meetbaar en controleerbaar moet zijn, in cijfers uitgedrukt. En bovendien is alles gericht op groei. De mindset van de vernieuwers is gericht op vertrouwen, experimenteren en samenwerken met de natuur. Hier worden herstel, opbouw en vol te houden systemen centraal gesteld.

Om met Donella Meadows, auteur van Limits to Growth, te spreken: de doelen en de cultuur van het oude systeem moeten worden veranderd. Dit is een van de twaalf door Meadows beschreven leverage points, plekken in het systeem waar je in kunt grijpen om verandering in gang te zetten.

 

St Richting Regeneration

 

Omslag in denken

Als we het hebben over het belang van kringlooplandbouw en circulaire productie, moeten we het dus ook hebben over een omslag in ons denken. In de natuur zien we dat cycli van leven en dood gelijk staan aan groei en opbrengst. Planten komen op, worden groter, ontbinden op een gegeven moment weer, waardoor ruimte ontstaat voor nieuwe planten; een zichzelf ontwikkelend ecosysteem. Uiteindelijk zorgt dit voor een biodivers landschap en een gezonde bodem. Geen oneindige, ongeremde groei. Geen systeem dat efficiënt gecontroleerd kan worden. 

Een duidelijke missie op een strakke website is belangrijk, zodat mensen weten waar je voor staat en wat ze kunnen verwachten. Het bedrijfsplan en de jaarcijfers achteraf moeten gezond zijn. Maar het veranderen van ons voedselsysteem is niet afhankelijk van op groei gerichte businessmodellen. Innovatie en experimenteerruimte gaan hand in hand met onzekerheid. De noodzaak tot veranderen betekent in de praktijk: geef vertrouwen en speelruimte, anders komt de verandering niet. Leren begrijpen hoe ecosystemen werken – eco-geletterdheid of ecoliteracy in mooi Engels –, hoe alles in de natuur groeit en vergaat en daaruit nieuwe lessen voor bestuur en beleid trekken is de werkelijke uitdaging voor vernieuwing. Het huidige systeem faalt en wij zijn medeverantwoordelijk als wij dat systeem blijven ondersteunen. Wil je als gemeente lokale voedselvoorziening, geef die grond dan in bruikleen aan de startende boer. Zie de gemeentelijke gronden als onze gedeelde meent, waar de nieuwe boer niet enkel vanuit eigenbelang, maar vanuit het gezamenlijke belang gaat ondernemen. Zonder daarbij zelf op een houtje te hoeven bijten natuurlijk. Geef vernieuwende boeren die kans, juist als ze het anders willen doen.

Wil je als bank korteketenwerking en kringlooplandbouw promoten? Neem je maatschappelijke verantwoordelijkheid en financier dan ook bedrijven zonder een winstgevend groeimodel. Genoeg is genoeg. Houdt het bedrijf zichzelf in stand? Is het bedrijfsplan een ‘kringloop’? Dat is voldoende. Stap van groei naar verdieping. Vertrouw op de mens en regenereer samen het land dat ons voedt. Land heeft meer te bieden dan we overzien of durven te geloven. En de tijd is nu.

 

St. Regeneration

 

 

 

 

 

Nieuwe initiatieven

Gelukkig verschijnen er steeds meer licht- en donkergroene initiatieven, die allemaal hun steentje bijdragen aan de transitie naar een veerkrachtiger voedselvoorziening. Om de institutionele weerbarstigheid het hoofd te bieden, is onder meer Stichting Regeneration in het leven geroepen. Deze organisatie ondersteunt startende bedrijven bij het levensvatbaar maken van hun natuurherstellende landbouwprojecten. Het eerste project waaraan Regeneration zich heeft verbonden, is MijnStadstuin, een stadslandbouw-initiatief in de Tuinen van West, aan de rand van Amsterdam. Met meer dan 75 moestuinen voor stadsbewoners én een wachtlijst blijkt er veel vraag vanuit de samenleving voor het project. Maar MijnStadstuin biedt meer dan alleen moestuinen; zo is er een jong voedselbos, Voedselbos Amsterdam, waar onlangs een succesvolle crowdfunding-campagne voor is georganiseerd. Ook herbergt het een lokaal compostproject waar snoeiafval uit de buurt kan worden gebracht, wat vervolgens verkocht wordt als compost. Er zijn startende ondernemers aan het project verbonden zoals bijvoorbeeld een biologische bloemenpluktuin Lokale Bloemetjes, biogroente voor de horeca Groenhartig en een gemeenschapsgedreven voedselinitiatief de Stadsgroenteboer waar op natuurinclusieve wijze voedsel verbouwd wordt. Het kan. 

Een ander voorbeeld in het oosten van Nederland is Stichting Agro Ecologie Gelderland. Deze stichting biedt educatie en inspiratie over klimaatadaptieve vormen van landgebruik voor lokale voedselvoorziening. In presentaties over proefprojecten worden vergezichten en verdienmogelijkheden geschetst die inspireren. Daarnaast ontwikkelt de stichting een Gelders netwerk van ondernemers om een boerengemeenschap op te zetten voor het ontwikkelen van een regeneratief landbouwbedrijf. Expertise over herstellende landbouw en lokale regelgeving wordt gedeeld in lessen over permacultuur, agro-ecologie en voedselbossen, onder andere via Natuur en Milieu Gelderland.

 

Dit artikel verscheen in het Permacultuur Magazine themanummer 22 : Regeneratieve landbouw. Lente 2021 Permacultuur Magazine 2021, Fotografie: Raymond Hartman (1 en 3 De Veldhof) Chantal v Genderen (2), Stichting Regeneration.nu (4,5,6)

 

St. Regeneration